De Opbouw
Als het de eerste keer is dat je met je hond gaat fietsen, lees dan deze pagina een keer door. Voordat je echt op stapt en fietst, laat je je hond wennen c.q. kennismaken met je fiets. Loop op je gemak samen om de fiets en laat hem bv snuffelen als je hond daar behoefte aan heeft. Vervolgens ga je een stukje wandelen: fiets aan je linkerkant en je aangelijnde hond aan de rechterkant. Het is gebruikelijk om je hond rechts naast de fiets te hebben in verband met het verkeer. Nu loop je nog tussen je hond en de fiets. Als je hond dit normaal vindt, ga je een keer aan de linkerkant van de fiets lopen zodat de fiets tussen jou en je hond is. Gaat ook dit goed? Ga dan eens een klein stukje, 100 meter bijvoorbeeld, fietsen. Het is handig om dat op een rustige rechte weg te doen zodat jij en je hond niet afgeleid worden door verkeer of bochten. Het is de bedoeling dat je hond naast de fiets loopt, zo heb je het beste zicht op wat hij doet en dit is de veiligste plek. Vijf minuten fietsen is in het begin meer dan genoeg. Gelijk alle andere oefeningen, bouw je het samen fietsen geleidelijk op. Je begint met 5 minuutjes om de om de dag, met een maximum van 3 x per week. Na een week ga je de duur uitbouwen. Ook dit doe je geleidelijk. Blijf altijd goed naar je hond kijken zowel tijdens het fietsen als de dag erna.
Tempo
De hond hoort in een gelijkmatige draf naast de fiets te lopen. Draf is een symmetrische gang, waarin je de meeste onregelmatigheden in het gangwerk kunt opmerken. Het is niet de bedoeling dat de hond gaat galopperen! Controleer eens hoe snel jullie gaan (km’s per uur).
Tip: Er zijn diverse goede appjes voor je gsm waarmee je het looptempo in de gaten kunt houden, bijvoorbeeld strava of endomondo.
Tip: Als je dat leuker vindt, kun je ook steppen met je hond.
Fietstips
- Laat je hond uit voordat je gaat fietsen, een sanitaire noodstop kan hachelijke situaties opleveren.
- Tijdens het uitlaten kun je je hond “inlopen”, een zogenaamde warming up van de spieren. Het fietsen eindig je ook met uitlopen. Cooling down is net zo belangrijk!
- Fiets niet met een hond die net heeft gegeten, wacht na een maaltijd minimaal drie uur.
- Geef de hond na het fietsen ook niet meteen eten, wacht minimaal een half uur.
- Laat de hond niet direct naast de weg lopen. Tussen de berm en bestrating in liggen vaak glasscherven en scherpe steentjes waaraan de hond zijn voetzolen kan bezeren.
- Controleer bij thuiskomst altijd de voetzolen van je hond op beschadigingen. Als de zooltjes beschadigd zijn of als je hond mank gaat lopen, stop je met fietsen.
- Het is veilig voor jezelf en je hond een een bevestigingssysteem als de Springer te gebruiken. Dit is een speciale stang die je onder je zadel kunt bevestigen met daaraan een koord waaraan de hond loopt. Een vering tussen de stang en het koord zorgt ervoor dat de hond je niet zomaar met de fiets omver kan trekken, bovendien kun je op deze manier je beide handen aan het stuur houden.
- Tijdens het fietsen (tijdens elke inspanning) kun je je hond, met mate, wat slokjes water laten drinken. Bied na het fietsen vers lauw water aan, uiteraard ook niet te veel in eens.
- Als het warm wordt of is, fiets dan niet of ‘s morgens vroeg. Voor een hond kan18-20 graden Celsius al te warm zijn! ‘s Zomers kan het asfalt warm worden, dan is het sowieso plezieriger om ‘s morgens met de fiets op pad te gaan, ‘s avonds is het asfalt vaak nog te warm! Wil je het zelf ervaren: loop maar eens op blote voeten in het midden van de dag op asfalt.
- Pekel (strooien) kan onaangenaam zijn aan de poten van je hond. Na het fietsen kun je dan de voetzolen met lauw water afspoelen. Dat voorkomt ook dat je hond pekel binnenkrijgt mocht hij zijn poten likken na de fietstocht. Je kunt voor het fietsen de voetzolen eventueel behandelen met een beschermende spray
- Mocht je interesse hebben in een UV-proef (uithoudingsvermogen), zijn er op internet verschillende goede sites met schema’s. Zoektermen: UV-trainingschema of UV-proef.